Hoe taal ons vormt
Taal – misschien wel de meest gebruikte uitvinding van de mens. Gesproken, geschreven of uitgebeeld; de veelzijdigheid kan niet op. De kleur van het gras, de vermoedde gemoedstoestand van de kassajuffrouw of hoe je op de juiste wijze een stoel van stof voorziet – alles is uit te drukken in taal!
Dat wat uitgedrukt wordt, wordt echter niet altijd begrepen. Om een boodschap te vertalen en uiteindelijk te begrijpen, moet er een bepaald referentiekader aanwezig zijn bij de ontvanger. Als we nadenken over bijvoorbeeld de verschillen in het Duits en Chinees, wordt dit al snel duidelijk. Iemand die alleen de Duitse taal kent, kan hoogstwaarschijnlijk niet veel maken van een in het Chinees overgebrachte boodschap. Dat dit een probleem vormt voor het communiceren van een boodschap mag dus duidelijk zijn. Taal heeft echter niet alleen een expressionistische waarde; het heeft ook invloed op hoe wij de wereld kunnen begrijpen. Dit is iets lastiger uit te leggen en vergt een spoedcursus in de linguïstieke waarde van metaforen.
De kracht van metaforen
Als wij naar de wereld om ons heen kijken, duiden we wat we zien in de begrippen die wij voor deze objecten kennen. Dit maakt dat bijvoorbeeld een kast voor iemand die Duits spreekt, verandert in een wandschrank, terwijl deze voor iemand die Italiaans spreekt, verandert in een guardaroba. Als het over vaste begrippen gaat, heeft dit niet veel invloed op het mentale beeld dat wordt gecreëerd – anders gezegd, vertaald. Het object waar het woord kast naar verwijst, verandert namelijk niet als je dit in een andere taal doet. Als we het over meer abstracte termen hebben, ligt dit anders. In zulke gevallen maken wij gebruik van metaforen. Zo betekent het woord ‘verplaatst’ iets heel anders in de volgende twee zinnen:
‘Zij verplaatst de kast.’
‘Zij verplaatst de afspraak.’
Verplaatsen betekent letterlijk iets op een andere plaats zetten. Een afspraak heeft echter geen letterlijke plaats. Natuurlijk vindt een afspraak ergens plaats (opnieuw een metafoor, een afspraak kan immers helemaal niks vinden), maar het is niet zo dat een afspraak een ding is dat zich ergens bevindt. Toch worden afspraken verplaatst en vinden zij (een) plaats.
Dit komt door de kracht van metafoor. Deze kracht zit hem in verbeelding en gewoonte. Wij kunnen ons inbeelden dat een afspraak bijvoorbeeld een dag naar voren wordt verplaatst (letterlijk een plaats opzij in onze agenda). Daarnaast heeft gewoonte ervoor gezorgd dat wij hier niet eens meer over na hoeven te denken. Dit metafoor is door veelvuldig gebruik onderdeel geworden van de Nederlandse taal. Niet alle metaforen zijn even makkelijk te duiden. Sommige metaforen vergen een achtergrond kennis, bijvoorbeeld: ‘zo sterk zijn als Hercules’. Om dit metafoor te begrijpen moet er een zekere kennis zijn over de Griekse mythologie. Minder vaak gebruikte metaforen zijn daarnaast minder voor de hand liggend, bijvoorbeeld: ‘Ik ken je zoals de zee haar stranden’. Dit soort uitdrukkingen verbannen wij dan ook al snel naar het rijk der poëzie.
Begrip maakt beeld
Welke metaforen wij gebruiken, wordt mede bepaald door in welke taal wij de wereld vertalen. Het eerder genoemde voorbeeld van een afspraak naar voren verplaatsen, is daarom niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. In de taal Aymara (gesproken in de Andes), is dit bijvoorbeeld vice versa en in het Chinees wordt een verticale ordening gemaakt. Dit klinkt op het eerste gezegd misschien als een niets zeggend feit. Toch heeft het invloed op hoe wij de wereld begrijpen en ermee omgaan.
Als een Nederlandssprekend persoon een aantal gebeurtenissen temporaal moet ordenen, is deze geneigd om wat als eerst is gebeurd, vooraan te zetten en wat als laatst gebeurd is achteraan. Iemand die Aymara spreekt doet dit omgekeerd en een Chinees sprekend persoon doet dit van boven naar beneden. Dit echoot ook door naar hoe wij gebaren dat iets later moet gebeuren: als Nederlandssprekenden doen wij dit naar voren, Aymara sprekenden naar achteren enzovoorts.
Dit laat dus zien dat de begrippen die wij gebruiken, invloed hebben op hoe wij de wereld begrijpen en ermee omgaan. De taal die wij hanteren wordt een gewoonte. Dit is tot op zekere hoogte fijn, want de mentale energie die door dit automatisme wordt bespaard, kan nu ergens anders voor gebruikt worden. Echter, hoeveel laat ik aan het toeval over?
Wij zijn wat wij zeggen
Gewoonte maakt lui. Het zorgt er als het ware voor dat onze hersenen op de automatische piloot bepaalde beslissingen kunnen maken. Doordat ik bijvoorbeeld Nederlands spreek, heb ik automatisch de metaforen die in deze taal aan temporale ordening gekoppeld zitten, overgenomen. Dit is nog een vrij willekeurig metafoor en heeft hoogstwaarschijnlijk geen grote gevolgen op mijn leven. Maar wat als we andere mogelijke metaforen onder de loop leggen? Bijvoorbeeld: broccoli is vies, blauw is mannelijk, snel rijden is stoer, zes uur is etenstijd, uitslapen is fijn, dit soort mensen zijn goed, 10 minuten te laat is acceptabel enzovoorts.
De invloed van taal reikt verder dan alleen het kunnen uiten van wat wij denken en voelen: het vormt ons. Niet op een directe manier, maar omdat taal het middel is waarin wij de wereld vertalen. Middels metaforen geeft het kleur aan wat wij meemaken. Door gewoonte nemen wij deze metaforen op een gegeven moment als waarheid aan, terwijl een metafoor per definitie niet waar is. Een metafoor is het resultaat van onze verbeelding. Het bewust worden van de metaforen die wij gebruiken, kan ons helpen om deze te herzien. Of te wel, te achterhalen of de vertaling van de wereld nog wel klopt.
Jeroen Hengelaar
Trajectondersteuner EEGA Plus